Een kleine historiek van hoe politieke bricolage het vrijwilligerswerk pijn kan doen

Vrije foto 5971585 © Russwitherington - Dreamstime.com

Antwerpen, 28 november 2018

Het moet ergens in 2016 geweest zijn dat Minister De Block, op basis van de evaluatie van de Vrijwilligerswet van de Hoge Raad voor Vrijwilligers en na overleg, enkele wetswijzigingen voor de Vrijwilligerswet voorstelde. In dat voorstel zitten goede zaken, zoals het gegeven dat de kostenvergoeding terug moet worden waarvoor het bedoeld is: om kosten te vergoeden, en geen prestaties. Dat ook bestuursvrijwilligers in lokale afdelingen vrijwilligers zijn onder toepassing van de Vrijwilligerswet. En dat een geschenkje zo nu en dan niet langer beschouwd kan worden als een belastbaar voordeel. Deze wetswijziging is een verbetering van de Vrijwilligerswet. Jammer genoeg is ze twee jaar later nog niet gerealiseerd. Hoe dichter de verkiezingen naderen, hoe kleiner de kans dat de verandering effectief gerealiseerd wordt in deze legislatuur. Wie kan zoiets begrijpen?

Ondanks het lange proces en het overleg voor deze wetswijziging zien we gaandeweg nergens een vraag opduiken om de vergoedingen voor bepaalde groepen vrijwilligers te verhogen. Er lag jaren geleden al een vraag. Dat klopt. De inhoudelijk dossiers waren echter niet sterk. Het advies van de Hoge Raad voor Vrijwilligers, die zich daar ondertussen al drie keer over boog en telkens weer een negatief advies gaf, was duidelijk: er is geen enkel goed onderbouwd argument te bedenken waarom bepaalde groepen vrijwilligers recht zouden hebben op meer kostenvergoedingen dan anderen. Integendeel.

In volle vakantieperiode van zomer 2018 lag er plots een vraag voor advies bij de Hoge Raad voor Vrijwilligers op initiatief van Federaal Minister Peeters, in verband met het Ontwerp KB om een uitzondering te voorzien krachtens artikel 12 van de Vrijwilligerswet, om dus bepaalde categorieën vrijwilligers een verhoging van de forfaitaire vergoeding toe te kennen. Die timing is op z’n minst merkwaardig te noemen. Daarnaast doorkruist de vraag ons inziens de positieve principes van de wetswijziging die in de pijplijn zit, maar nog steeds op zich laat wachten.

Een absolute meerderheid van de leden van de Hoge Raad voor Vrijwilligers adviseerde negatief via een schriftelijke procedure (want ja, het moest snel gaan), omwille van verschillende redenen, die we hoger al aanhaalden. Ook het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk bevestigde het negatief advies, door zowel een schrijven te richten aan enkele federale excellenties als door het opzetten van een petitie met 8 goede argumenten. Dit initiatief werd toegejuicht, over de sectoren heen, door vrijwilligers én organisaties, in Vlaanderen en Wallonië. We verzamelden 1250 handtekeningen én de vraag van organisaties om het initiatief als organisatie te ondertekenen. We danken iedereen voor die steun.

Vermits het Ontwerp KB op 23 november 2018 in tweede lezing goedgekeurd werd door de Federale Ministerraad, zal het binnenkort – wellicht vanaf 1 januari 2019 – helaas toch van kracht worden.

Dat is geen goede zaak. Het is een regelgeving die bepaalde mensen bevoordeelt, die materiële en financiële dimensies aan het vrijwilligerswerk koppelt, net wat zoveel mensen hekelen. Een regelgeving die recht ingaat tegen onderbouwde negatieve adviezen, en in feite het vrijwilligerswerk reduceert tot een speelbal in de politieke arena. Een ontwikkeling die we met lede ogen aanschouwen.

We breken ons nu al het hoofd hoe we hier helder over kunnen informeren. Je krijgt het eigenlijk niet meer uitgelegd. Of hoe politieke bricolage het vrijwilligerswerk pijn kan doen.

Het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw

Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief