Wat? Vermaatschappelijking van de zorg is het streven om mensen met beperkingen, chronisch zieken, kwetsbare ouderen, jongeren met gedrags- en emotionele problemen, mensen die in armoede leven, …., een eigen zinvolle plek in de samenleving te laten innemen, hen daarbij waar nodig te ondersteunen en de zorg zoveel mogelijk geïntegreerd in de samenleving te laten verlopen.
Er ontstaan her en der zorgnetwerken waarbij zowel professionals van verschillende diensten (ziekenfonds, OCMW, buurthuizen) samenwerken met bewoners, mantelzorgers, eventueel ook vrijwilligers pogen om de dienstverlening zo dicht mogelijk bij de meest kwetsbaren te brengen. Lokale besturen proberen te sensibiliseren opdat mensen taken opnemen (planten water geven, rolluikken optrekken, …) waar de overheid niet (meer) in tussenkomt.
Ook in de sector van mensen met een beperking ontstaan er initiatieven om de zorg voor de persoon met een beperking te verruimen om bv. het gezin of de directe familie enigszins te ontlasten.
Conclusie: in het debat over de vermaatschappelijking van de zorg wordt vaak gekeken naar vrijwilligers en het vrijwilligerswerk. Toch kan je beide concepten niet op eenzelfde lijn zetten: veel vrijwilligers helpen vanzelfsprekend de ‘vermaatschappelijking van de zorg’ mee in de praktijk te zetten, maar ze zijn niet de ‘eerste’ partners in dit verhaal.
Waarom?
- Omdat vrijwilligerswerk in essentie gebeurt in ‘min of meer georganiseerd verband’; de vraag is wie de taken nu ‘organiseert’.
- Omdat vrijwilligerswerk als kenmerk heeft dat het zich buiten het gezins- of familieverband afspeelt, of in eerste instantie niet gericht is op mensen die men kent of tot de directe kring behoren van de vrijwilliger.
- Omdat vrijwilligerswerk zich over verschillende domeinen en sectoren uitstrekt en zich niet beperkt tot activiteiten die aan zorgtaken zijn gelinkt.
- Omdat de ‘integratieve functie’ van vrijwilligerswerk slechts één van de aan het vrijwilligerswerk toegekende functies zijn.