U bent hier: Home » Vrijwilligersbeleid » Tips voor lokale besturen
Werk je voor een lokaal bestuur of ben je mandataris in een gemeente en willen jullie inzetten op de ondersteuning en versterking van het lokale vrijwilligerswerk? Hier ontdek je handvaten en tips om jullie vrijwilligersbeleid vorm te geven.
Met al je vragen kun je terecht bij jan@vsvw.be.
De meeste mensen maken geen al te verre verplaatsingen om te vrijwilligen en zoeken vaak binnen de eigen gemeente vrijwilligerswerk. Dat maakt vrijwilligerswerk in essentie een lokaal gegeven. Als bestuur ben je lokaal verankerd en sta je dicht bij de burger. Daardoor ben je vaak het eerste aanspreekpunt, ook over vrijwilligerswerk.
Binnen een gemeente zijn heel wat organisaties actief die werken met vrijwilligers, verspreid over heel wat verschillende sectoren, zoals welzijn, cultuur, milieu, sport… Sommige organisaties (verenigingen, initiatieven,…) draaien zelfs enkel op vrijwilligers, andere organisaties zoals ziekenhuizen draaien in de eerste plaats op professionele krachten maar krijgen belangrijke ondersteuning van vrijwilligers.
Zetten jullie zelf vrijwilligers in binnen het bestuur of zijn daar plannen toe? Voor aanvullende taken kunnen jullie er als bestuur voor kiezen om met vrijwilligers te werken. Voor OCMW’s kan dat bijvoorbeeld in de mindermobielencentrales, lokale dienstencentra en woon- en zorgcentra. In de gemeenten en steden zijn er ook heel wat mogelijkheden, zoals in de bibliotheek, de speelpleinwerking, kinderopvanginitiatief, de spelotheek, het gemeentelijk archief, het museum, het cultuurcentrum, de milieudienst, het gemeentelijk onderwijs, tijdens jaarlijkse evenementen, als straatvrijwilligers voor het opruimen van zwerfvuil, als gidsen…
Vrijwilligers betekenen heel veel voor de lokale gemeenschap. De kracht van vrijwilligerswerk valt niet te onderschatten. Ze zijn belangrijk voor de cohesie in de buurt. Inwoners blijven actief en voelen zich betrokken in de samenleving. Ze ontmoeten elkaar via het vrijwilligerswerk wat trends in de samenleving zoals individualisering en vereenzaming tempert.
De competenties van inwoners worden versterkt. Ze krijgen de kans om binnen het vrijwilligerswerk taken op te nemen waarin ze kunnen groeien. Vrijwilligers voelen zich vaak gelukkiger omdat ze hun talenten zinvol kunnen inzetten en nieuwe mensen ontmoeten.
Ze investeren hun vrije tijd, energie, warmte, talenten in het lokale vrijwilligerswerk. Ze nemen belangeloos heel veel taken op zich die onbetaalbaar zouden zijn. Heel wat organisaties zouden niet kunnen draaien zonder deze inzet. De dienstverlening van de lokale besturen zou er bijzonder sterk op achteruit gaan zonder hun inzet en warmte.
Als lokaal bestuur kan je heel wat betekenen voor het vrijwilligerswerk in Vlaanderen. De belangeloze inzet van vrijwilligers is geen evidentie. Vrijwilligers doen dat niet zomaar. Zij willen graag de erkenning voor hun inzet en ondersteuning in wat ze doen. Tegelijkertijd is er nog altijd een potentieel dat nog niet de weg vindt naar het lokale vrijwilligerswerk. Je kunt er als bestuur voor kiezen om een beleid uit te bouwen dat het vrijwilligerswerk ondersteunt, waardeert en promoot.
Een betekenisvolle rol opnemen als lokaal bestuur voor het lokale vrijwilligerswerk:
Een intern en/of extern vrijwilligersbeleid?
Een vrijwilligers(werk)beleid kan zowel intern als extern zijn. Intern vrijwilligersbeleid betekent dat je als bestuur een overkoepelend beleid uitbouwt, dat zich richt naar de eigen vrijwilligers over de diensten heen.
Een extern beleid richt zich op de promotie, waardering en ondersteuning van het vrijwilligerswerk op het grondgebied van de gemeente. Het richt zich dus naar externe vrijwilligersorganisaties en wil hen in contact brengen met potentiële vrijwilligers.
We bieden lokale mandatarissen 10 aanbevelingen aan, die het lokale vrijwilligerswerk een boost kunnen geven. Bekijk ze hier!
Corona heeft een gigantische impact gehad op het lokale vrijwilligerswerk. Lokale besturen hebben heel erg de waarde en de kracht van vrijwilligerswerk in hun gemeente opgemerkt zowel in de eerste lockdown als in de vaccinatiecentra. Ook werd het gemis extra hard gevoeld toen de verenigingen hun vrijwilligerswerkingen moesten stopzetten. Het sociale leven viel compleet stil. Verschillenden besturen namen de daad bij het woord en beslisten om te investeren in vrijwilligerswerk en om een vrijwilligerscoördinator aan te werven om een vrijwilligersbeleid uit te bouwen.
Een goede coördinatie van vrijwilligerswerk op lokaal niveau is erg belangrijk gebleken. Lokale organisaties, individuen en de lokale samenleving in haar geheel zaten met grote noden. Lokale besturen zijn het beste niveau om het geheel te overzien en hierop in te spelen: waar liggen de noden in welke buurten, worden kwetsbare groepen voldoende bereikt? Hoe kunnen vrijwilligers best ingezet worden?
De lokale besturen moeten het sinds enkele jaren doen met minder middelen. Dit heeft een impact op de vrijwilligerswerkingen van de lokale besturen. Dat stelt hen voor belangrijke beleidskeuzes. Zijn de besturen ook in tijden van besparing bereid om te investeren in een vrijwilligersbeleid? Wordt hiervoor personeel vrijgesteld? Wordt er voor gekozen om meer vrijwilligers in te schakelen en op welke taken worden ze ingezet? Welke impact heeft dit op het personeel en op de verhouding tussen personeel en vrijwilligers?
Ook in Nederland wordt al vele al vele jaren stevig bespaard. Je zou kunnen stellen dat initiatieven en verantwoordelijkheden in de loop van de tijden verschoven zijn van de burgers naar de overheid, die in tijden van besparing meer in het idee van de vermarkting zijn gestapt, en nu zie je dat het weer meer op de burgers terecht komt. Onderstaand schema van NOV (www.nov.nl) geeft deze ontwikkeling duidelijk weer.
Daarvan zijn tal van voorbeelden, zoals de evolutie van de bibliotheken. Eerst startte dat als een initiatief van burgers, dan organiseerde de overheid dat, zocht diezelfde overheid naar manieren om nieuwe inkomsten te genereren voor de bibs (vb. door een restaurantfunctie in de bib te integreren), en nu trekt de overheid her en der haar middelen terug. Willen mensen een bibliotheek, zullen ze het voortaan zelf moeten financieren.
Door de besparingen zie je een zich terugtrekkende overheid. Dat manifesteert zich in de periode van het jaar 2000.
Typerend
Bepaalde voorzieningen en diensten die voordien bijna als vanzelfsprekend als overheidsopdrachten werden beschouwd, worden nu eerder benaderd vanuit een economische optiek: het mag niet veel kosten en moet gebaseerd zijn op efficiëntie.
Het wordt wel anders aangepakt afhankelijk van de context, op het platteland tekenen zich andere ontwikkelingen af dan in stedelijke context, maar de basisgedachte blijft min of meer gelijk: hoe dingen in elkaar integreren en op elkaar afstemmen zodat het een zaak wordt van verschillende spelers op het terrein (samenleving, overheid, private spelers)
Er is echter niet altijd oog voor de consequenties (zoals de kwaliteit van de zorg voor kwetsbare mensen), en er wordt niet altijd rekening gehouden met de vraag of de mensen de nodige de capaciteiten hebben om diensten en initiatieven zelf verder te zetten.
Leiden besparingen niet tot verdringing van arbeidsplaatsen?
Als de overheid bepaalde diensten niet langer aanbiedt maar overlaat aan de burgers, kan je niet altijd weten of er voldoende deskundigheid is om dat goed te doen.
Vanuit NOV bekijkt met het ietwat pragmatisch en beschouwen ze het niet zozeer als verdringing, maar als een aanvulling. Als betaalde medewerkers hun taken doen en aangevuld worden met onbetaalde medewerkers, kan dat leiden tot een goede synergie, op voorwaarde natuurlijk dat het op een goede manier gebeurt.
Er bestaat het gevaar op misbruik, dat ziet men in Nederland ook, dat werkgevers in zorg en onderwijs betaalde medewerkers vervangen door vrijwilligers. Dat staat los van competenties. Het is niet omdat een vrijwilliger een taak opneemt dat die minder deskundig zou zijn.
Wordt de eigenheid van het vrijwilligerswerk dan niet aangetast? Het lijkt dan meer op een vorm van tewerkstellingsmaatregel, die nog oplevert ook?
In Nederland zijn heel wat tewerkstellingsmaatregelen wegbezuinigd, waardoor organisaties en overheidsinstellingen die financiële druk ervaren, bijna geen andere keuze hebben dan vrijwilligers in te zetten.
Hoewel NOV in zekere mate begrip opbrengt voor deze ontwikkelingen, vanuit een zekere realiteitszin, vinden ze het absoluut fout als het echt gaat om het schrappen van betaalde banen naar vrijwilligerswerk Dat kan niet. We zien dat het voorkomt, zowel in de private als de publieke sector, maar dat is dus verkeerd.
Er is een evolutie naar het model van de presterende overheid Dat is een tendens; binnen heel wat landen van de EU trouwens, dat de overheid meer dingen gaat uitbesteden aan marktspelers. Dat noemt men de presterende overheid.
De overheid sluit dan contracten met uitvoerders af om het werk of de dienst in hun plaats te doen. Er worden prestatie maatstaven gehanteerd. Het is een uitvloeisel van het idee dat de overheid niet alles zelf kan doen. De leidraad wordt dan efficiëntie.
Ook lokale overheden rollen het zogenaamde netwerkmodel mee uit.
Het uitgangspunt is nu vaak: wat zijn de sociale vraagstukken waarop een antwoord geformuleerd moet worden en wie kunnen hierin partners zijn om dat op te lossen?
Het begrip responsieve overheid doet zo zijn intrede; waarin de samenleving centraal staat en de overheid kijkt waar die nog iets zou moeten toevoegen. Het baseert zich op de veerkracht van de samenleving. De overheid probeert die veerkracht te bewaren, en grijpt in als nodig. De overheid is een van de partijen die zorgt dat de veerkracht stand houdt en daar ingrijpt waar het echt nodig is.
Het komt erop neer dat de rollen die men opneemt, van vorm en inhoud veranderen, niet dat de rollen per definitie zijn uitgespeeld.
Vrijwilligerswerk als slachtoffer van de bezuinigingen?
Er zijn nog een aantal Nederlandse gemeenten die nog inzetten op het thema vrijwillige inzet als dusdanig, maar in veel gemeenten is het een onderdeel geworden van een groter geheel, en wordt het ingepast binnen zorgbeleid, het informele zorgbeleid of participatiebeleid of activeringsbeleid of buurtbeleid.
Het vrijwilligerswerk is dus effectief een slachtoffer van het bezuinigingsbeleid; vrijwilligers zijn functioneel in het kader van zorgbeleid, er wordt niet langer geïnvesteerd in vrijwilligersbeleid, het gemeentelijk beleid terzake wordt niet geactualiseerd,..
Vanuit NOV wil men de Nederlandse overheid ertoe aanzetten terug werk te maken van overkoepelend of toekomstbestendig vrijwilligersbeleid, want integraal klinkt heel moeilijk
Ook vanuit de Vlaamse overheid wordt de absolute meerwaarde van het vrijwilligerswerk erkend. Daarom maakt ze sinds 2016 werk van een Gecoördineerd Vlaams Vrijwilligersbeleid.
Daarin ziet Vlaanderen een belangrijke rol voor de lokale besturen weggelegd. De Vlaamse overheid wil de kwaliteit van de lokale ondersteuning optimaliseren.We focussen hier op de relatie tussen GVV en het lokale niveau:
Vlaanderen wil dat lokale besturen bijdragen tot het verspreiden van correcte en up to date info over de wetgeving aan vrijwilligers. Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw biedt hiertoe een interessante tool aan voor lokale besturen om teksten over de vrijwilligerswet op te nemen op de eigen website: tools.vrijwilligerswerk.be.
Ook wil Vlaanderen investeren in een kwalitatief vrijwilligers(werk)beleid. Daarbij willen we versnippering tegengaan. Vanuit het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk bieden we als Expertisecentrum voor het Vrijwilligerswerk ondersteuning aan de lokale besturen.
Vereningen botsen op heel wat administratieve formaliteiten. Een digitaal Verenigingsloket (V-loket) moet in de toekomst hier een oplossing bieden. De lokale besturen zijn hierin een belangrijke partner. Via dit platform kun je mee je inbreng doen over hoe zo’n loket er volgens jou moet uitzien.
Nogal wat lokale besturen zetten momenteel in op vermaatschappelijking van de zorg. Vermaatschappelijking van de zorg betekent voor de Vlaamse regering dat mensen met een bepaalde ondersteunings- of zorgnood een eigen plek in de samenleving kunnen innemen. Daarvoor is er nood aan mantelzorgers, buurtbewoners en vrijwilligers die de zorgen en ondersteuning voor deze kwetsbare mensen op zich nemen. Lokale besturen kunnen deze vermaatschappelijking mee faciliteren en stimuleren. Hiervoor kunnen ze zelf initiatieven opzetten en/of inwoners zelf het initiatief laten nemen en hen daarin faciliteren. De opstart van buddywerkingen en zorgnetwerken her en der in Vlaanderen zijn hiervan een goed voorbeeld.
Er komen ook aandachtspunten kijken bij de vermaatschappelijking van de zorg. In 2018 stelde het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw op haar Ledendag de Verklaring van Mechelen voor.
De Nederlandse overheid verwacht van burgers dat ze zelf de verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leven en omgeving. Dat noemde de koning van Nederland in zijn troonrede van 2013 de participatiesamenleving. Nederlanders stellen deze participatiesamenleving echter meer en meer ter discussie. Joost van Alkemade van NOV geeft toelichting bij het debat.
Reacties in Nederland
In Nederland kwamen op de troonrede verschillende reacties. De ene vindt dat er in Nederland al ontzettend veel gedaan wordt, dus moet men stoppen met te vragen om meer te participeren. Anderen zeggen dat de overheid zelf slecht participeert in burgerschap.
Een derde invalshoek is dat het een gezamenlijke opdracht is. Zowel overheid als organisaties dienen te onderzoeken hoe ze de vragen en de behoeftes die er zijn in onze samenleving (bv. armoede, vluchtelingen, ouderen) beter kunnen opvangen en de levenskwaliteit in de buurten kunnen versterken. Dat vertrekt vanuit dialoog en samenspraak.
Piramide
In de participatiesamenleving wordt er verwacht dat als je hulp nodig hebt, je het eerst zelf moet oplossen. Lukt dat niet, dan kan je in eerste instantie kijken naar je eigen netwerk van familie en buren, dan bij de vrijwilligers en als dat allemaal niet werkt, dan pas kan je beroep doen op de overheid.
Kritiek op de piramide
Deze piramide blijkt echter vaak niet het beste antwoord. De beroepskracht kan de vrijwilliger en de mantelzorger beter ondersteunen, zonder dat dit strikt wordt gescheiden. Zo bied je veel langer goede zorg. Dat is in Nederland nog een behoorlijke discussie, want gemeenten hebben een zorgpiramide gebouwd waarbij ze de zorg gelaagd hebben opgezet.
Tegelijkertijd zien we dat de gemeenten beseffen dat het misschien toch niet zo goed werkt. Je ziet dat er in heel veel gemeenten een gezamenlijk overleg ontstaat waarin alle betrokkenen bekijken hoe ze de zorg samen met en rondom de cliënt organiseren en wie daarin welke rol opneemt.
Wat kunnen we hieruit leren voor Vlaanderen?
De participatiesamenleving heet bij ons vermaatschappelijking. Opvallend is dat men in Nederland vaststelt dat de participatiesamenleving doorgeslagen is en men er nu voor een stuk op aan het terugkomen is, terwijl wij in Vlaanderen er net volop aan zijn begonnen. Dat maakt dus dat we de participatiesamenleving zeker niet klakkeloos mogen overnemen maar dat we daarentegen leren uit deze pijnpunten
Lokale besturen zetten in toenemende mate in op activering van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deze mensen worden dan vaak uitgenodigd om vrijwilligerswerk te gaan doen. Het kan een opstap zijn naar de arbeidsmarkt waarbij vrijwilligers competenties aanleren die relevant zijn voor werkgevers en waarbij ze tegelijkertijd ervaring opdoen en in een werkritme komen. Ook organisaties die werken met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt doen meer en meer beroep op lokale besturen om hun cliënten te activeren via het vrijwilligerswerk. Het is echter een reëel risico dat vrijwilligerswerk opgelegd wordt. Dit dient bewaakt te worden.
Onder leiding van Dominique Verté van VUB worden sinds 2004 gemeentelijke studies gedaan naar de noden en behoeften van ouderen. Daaruit blijkt dat er binnen deze doelgroep nog veel potentieel aanwezig zou zijn om vrijwilliger te worden. Vanuit deze vaststelling zetten sommige besturen initiatieven op om ouderen de weg te leiden richting het vrijwilligerswerk. Zeker OCMW’s hebben hier vanuit de lokale dienstencentra veel expertise in.
Meerwaarde van vrijwilligerswerk in het lokale bestuur
Vrijwilligers zijn aan de slag in heel wat diensten van de gemeente of het OCMW zoals de bibliotheek, het lokaal dienstencentrum, het cultureel centrum, de sportdienst,… Dankzij de inzet van vrijwilligers kunnen je de dienstverlening van het lokale bestuur uitbreiden en kun je de kwaliteit van de dienstverlening verhogen. Let wel! Vrijwilligers zijn een aanvulling op het werk van de betaalde medewerkers. Ze mogen niet ingezet worden om hen te vervangen.
Wat is een intern vrijwilligersbeleid?
Werken aan een intern vrijwilligersbeleid betekent dat je als bestuur een overkoepelend beleid uitbouwt dat zich richt naar de eigen vrijwilligers over de eigen diensten heen.
Waarom hierop inzetten?
Met een intern vrijwilligersbeleid ga je versnippering tegen. Vaak gelden er per dienst heel wat verschillende afspraken met vrijwilligers, bijvoorbeeld op vlak van vergoedingen, verzekeringen, taken, uren,… Vaak is daarbij het algemeen overzicht zoek. Het is moeilijk na te gaan hoeveel en in welke diensten vrijwilligers actief zijn en welke afspraken er met hen zijn gemaakt. Dit zorgt voor heel wat onduidelijkheden binnen het lokale bestuur:
Voordelen van een intern vrijwilligersbeleid:
Een intern vrijwilligersbeleid vraagt de uitwerking van een visie. Een gedeelde en gedragen visie helpt je te oriënteren om acties te omschrijven en ze in volgorde van prioriteit te rangschikken.
Een goede leidraad om de visie te ontwikkelen is de definitie van het vrijwilligerswerk zoals bepaald door de vrijwilligerswet. Binnen jullie visie leg je de basisprincipes van het vrijwilligerswerk vast.
Wat zijn de basisprincipes uit de vrijwilligerswet?
Ook de strategische opties bepaald door de Vlaamse regering in kader van het Gecoördineerd Vlaams Vrijwilligersbeleid kan jullie visie mee helpen bepalen. Welke strategische opties, waar de Vlaamse regering op inzet, zijn ook relevant voor jullie intern vrijwilligersbeleid?
Om tot een gedeelde visie te komen, is het goed zicht te krijgen op waar meningen reeds gelijk lopen en waar nog onenigheid over bestaat. Daarvoor kan het interessant zijn om de betrokkenen die werken met vrijwilligers stellingen voor te leggen met betrekking tot hun visie op vrijwilligerswerk. Ter inspiratie kun je deze stellingen gebruiken. Ze zijn gebaseerd op stellingen die de gemeente Kontich gebruikte om tot een gedeelde visie te komen.
Gebruik deze vragen om je visie op vrijwilligerswerk in het lokale bestuur te ontwikkelen.
Een intern vrijwilligersbeleid realiseer je niet in één twee drie. Dat vergt tijd, goesting, middelen en ruimte in het lokale bestuur. Je kunt daarbij een stappenplan volgen om tot een succesvol beleid te komen. We beschrijven hier iedere stap. Download de infographic of bekijk de infographic hieronder. Vraag een papieren versie aan via jan@vsvw.be.
Stel vanuit het OCMW of de gemeente een verantwoordelijke aan die het hele proces coördineert. Als voorbereiding op de integratie van OCMW en gemeente is het verstandig om een verantwoordelijke aan te duiden die een mandaat krijgt om gemeenschappelijk beleid te ontwikkelen over gemeente en OCMW heen.
De verantwoordelijke is best iemand die een sterke voeling heeft met het vrijwilligerswerk vanuit een dienst. Deze persoon neemt bij voorkeur een intermediaire positie in tussen de politieke mandatarissen, het managementteam, de diensten en de vrijwilligers. Tegelijkertijd moeten hij of zij ook de betrokken diensten op één lijn krijgen in het vormen van een gecoördineerd vrijwilligersbeleid. Deze moet ook continu op zoek naar gedragenheid bij alle betrokken actoren. Om dit te kunnen realiseren heeft de verantwoordelijke een duidelijk mandaat nodig vanuit het lokale bestuur.
Er komen heel wat verantwoordelijkheden kijken bij een dergelijke functie. Hij heeft een intermediaire en coördinerende rol en creëert draagvlak. Daarom is het zaak om een kandidaat te selecteren met de juiste competenties. Op vlak van kennis zal hij het concept van vrijwilligerswerk en de wettelijke aspecten van vrijwilligerswerk goed moeten kennen. Technisch kan de verantwoordelijke fungeren als brugfiguur tussen de betrokken actoren, hij kan coördineren, communiceren, coachen,… Op vlak van persoonsgebonden competenties is de verantwoordelijke integer, neemt initiatief, sociaal,…
Bovendien is het belangrijk dat de verantwoordelijke zich hiervoor voldoende uren kan vrijmaken om deze rol ten volle te kunnen opnemen. Een lokaal bestuur dat hiervoor middelen voorziet toont dat ze werkelijk werk wil maken van een sterk intern vrijwilligersbeleid en het niet bij loze woorden blijft.
Vanuit welke dienst stel je een verantwoordelijke aan? De verantwoordelijke werkt best vanuit een dienst die ruime ervaring heeft in het werken met vrijwilligers. Dat kan de cultuur-, sportdienst, dienst welzijn, het lokaal dienstencentrum,… zijn. Soms wordt de personeelsdienst aangeduid als trekker van het vrijwilligersbeleid omdat zij ervaring hebben met verzekeringsdocumenten, contracten en vergoedingen. Houd er dan wel rekening mee dat het uitstippelen van een vrijwilligersbeleid best wel verder gaat dan het puur in orde maken van de administratie. Even belangrijk is het om werk te maken van de kwalitatieve aspecten van het werken met vrijwilligers zoals de begeleiding of de waardering van vrijwilligers. Daar heeft een personeelsdienst veel minder voeling mee.
De vrijwilligersverantwoordelijke zal alle diensten van OCMW en/of gemeente moeten bevragen om het vrijwilligerswerk binnen het lokale bestuur in kaart te kunnen brengen. Zo krijgt hij zicht op waar en hoeveel vrijwilligers actief zijn, welke afspraken er binnen de diensten worden gemaakt met de vrijwilligers en of de wet er correct wordt nageleefd.
Tegelijkertijd moet de vrijwilligersverantwoordelijke zich correct informeren over de wetgeving die betrekking heeft op het vrijwilligerswerk. Dit is het kader waarbinnen het beleid van het lokale bestuur vorm kan krijgen.
Het is van primordiaal belang dat de diensten van OCMW en/of gemeente reeds vroeg in het proces betrokken worden. De verantwoordelijke mag het proces niet alleen dragen. Het is immers belangrijk dat de diensten de acties binnen het vrijwilligersbeleid mee ondersteunen.
Er zijn vaak grote verschillen tussen de diensten in het werken met vrijwilligers. Iedere dienst maakt aparte afspraken met haar vrijwilligers op vlak van vergoedingen, verzekeringen, taken, uren, begeleiding,… De diensten zullen mogelijk niet graag bereid zijn om hun eigen manier van werken te verlaten. Een meer gecoördineerde en gecentraliseerde aanpak van het vrijwilligerswerk kan mogelijk tot weerstand leiden omdat de diensten zich in hun eigenheid bedreigd voelen.
Om de diensten toch mee te krijgen in het gecoördineerde beleid is het belangrijk om een werkgroep samen te stellen. Deze werkgroep bestaat uit medewerkers die werken met vrijwilligers binnen de verschillende diensten. De belangrijkste beslissingen dienen gedurende het proces daar genomen te worden. In de werkgroep kunnen jullie op zoek gaan naar algemene gedragenheid binnen de diensten. Door samen dit proces af te leggen, zal de bereidheid groter zijn om de acties mee te ondersteunen. Al snel zal blijken in hoeverre de diensten centralisering ondersteunen en kun je rekening houden met eventuele bekommernissen.
Het is uiteraard belangrijk dat de diensthoofden bereid zijn om medewerkers af te vaardigen naar de werkgroep. Deze tijdsinvestering vanuit de diensten loont. Hierdoor kunnen ze mee vorm geven aan een beleid dat een versterking en ontlasting betekent voor hun eigen vrijwilligerswerking. Door bijvoorbeeld in te zetten op een gecoördineerde wervingsaanpak kan de werking verder groeien. Er kan pas rekening gehouden worden met de bekommernissen van de diensten als ze ook deel uitmaken van de werkgroep.
Via de werkgroep krijgen deze afgevaardigden vanuit de diensten dus een actieve graad van betrokkenheid. Om echter een breed draagvlak te creëren binnen het lokale bestuur dien je vanuit de werkgroep regelmatig te communiceren over de voortgang en concrete resultaten van jullie vrijwilligersbeleid naar het personeel en de vrijwilligers.
Een vrijwilligersbeleid dient te stoelen op een gedragen visie. Dit is het fundament van jullie interne beleid. Deze visie krijgt gestalte vanuit de werkgroep. Het is een goed idee om ook de vrijwilligers hierbij te betrekken door hen bijvoorbeeld samen te brengen in een focusgroep waarbij je een beperkt aantal vrijwilligers bevraagt over hun percepties, ideeën en meningen over het vrijwilligerswerk in het lokale bestuur. Ook kun je naar hun mening vragen via een online bevraging.
Zo komen jullie tot een gedragen visie die het later gemakkelijker moet maken om tot gemeenschappelijke afspraken te komen.
Een beleidsplan is het instrument waarmee jullie verder aan de slag kunnen. Hierin formuleren jullie de doelstellingen, de visie, het kader en de acties die nodig zijn om deze doelstellingen binnen het interne vrijwilligersbeleid te realiseren. Dit plan dient goedgekeurd te worden door het college van Burgemeester en Schepenen. Dit maakt verankering van het vrijwilligersbeleid binnen het bestuur mogelijk. Indien het plan wordt goedgekeurd, krijg je het fiat om een vrijwilligersbeleid te ontwikkelen.
Noodzakelijk is ook de geraamde uitgaven op te lijsten en te begroten. Daarbij moet een budget voorzien worden om vorming, verzekering, bedankjes,… te financieren. Bij voorkeur moeten middelen voorzien worden om personeel te kunnen inzetten om het vrijwilligersbeleid vorm te geven.
Om het vrijwilligersbeleid op te volgen en te managen is het belangrijk de informatie over de vrijwilligers en de gemaakte afspraken binnen de vrijwilligerswerking te registreren. Daarvoor dien je minstens volgende informatie bij te houden: contactinformatie, uurrooster, taken, dienst, verzekering, eventueel vergoeding, datum opstart en vertrek van vrijwilliger. Door deze informatie bij te houden kan je meten hoeveel vrijwilligers in welke diensten en functies aan de slag zijn, hoeveel uren ze opnemen en hoe lang ze zich gemiddeld inzetten. Deze kwantitatieve informatie is heel waardevol om jullie beleid te evalueren.
Assist heeft op maat van en in samenwerking met lokale besturen een heel handige CRM-tool ontwikkeld om deze informatie bij te houden. Deze tool maakt het bovendien mogelijk om oa. gemakkelijker te communiceren met je vrijwilligers en de opmaak van contracten, onkostennota’s,… te automatiseren. Ontdek de mogelijkheden hier.
Nu komt het er op aan om stapsgewijs het praktisch werken met vrijwilligers binnen de diensten onder de loep te nemen. Werven en selecteren > Onthalen > Begeleiden > Motiveren en waarderen > Sturen en bijsturen > Uitwuiven > Evalueren. Waar willen jullie prioritair werk van maken?
Om per stap na te gaan welke acties jullie kunnen opnemen, verwijzen we naar onze publicatie ‘Vrijwilligerswerk op de rails. Werken met vrijwilligers in 9 stappen in lokale besturen’.
Om een vrijwilligersbeleid te doen slagen moet je op voorhand aan heel wat zaken denken. Breng deze zes elementen zeker in rekening.
De vraag om werk te maken van een vrijwilligersbeleid vertrekt heel vaak vanuit de dagelijkse noden die diensten ervaren in het werken met vrijwilligers. Dat is logisch want het zijn de diensten zelf die deze uitdagingen vaak als eerste rechtstreeks ervaren. Aan een vrijwilligersbeleid zijn beleidsconsequenties gekoppeld, dus het is essentieel dat het politieke niveau dit beleid mee vormgeeft.
Vanzelfsprekend gebeurt het ook dat een politieke mandataris het interne vrijwilligersbeleid op de politieke agenda zet van het bestuur.
Het politiek draagvlak is van groot belang om de schouders te kunnen zetten onder een degelijk vrijwilligersbeleid. Met andere woorden: het schepencollege dient achter de voorgestelde acties binnen een vrijwilligersbeleid te staan en een duidelijke visie op vrijwilligerswerk binnen het lokaal bestuur vorm te geven.
Hoe tewerk gaan om een politiek draagvlak te creëren?
Lokale besturen kunnen perfect vrijwilligerswerk organiseren, natuurlijk binnen de krijtlijnen van de vrijwilligerswet. Organisaties die tot de welzijnssector behoren moeten ook rekening houden met het Vlaams Decreet Vrijwilligerswerk, ook OCMW’s. Het Decreet legt extra spelregels vast voor het inschakelen van vrijwilligers. Zo legt het meer nadruk op de informatienota en verzekeringen.
Mensen die vrijwilligen geven gratis tijd en inzet maar dat betekent niet dat het kostenvrij is. Er moet wel degelijk geïnvesteerd worden in ondersteuning en begeleiding van vrijwilligers, in maatregelen om hen te beschermen, op te leiden,… Is er iemand binnen het lokaal bestuur aangesteld als trekker? Je krijgt dus te maken met personele en financiële inzet.
Als bestuur werk maken van een beleid, betekent dat jullie hiervoor een trekker aanstellen. Liefst is dit iemand die voeling heeft met vrijwilligerswerk binnen het lokale bestuur. Waar op letten?
Vrijwilligerswerk is nooit budgetneutraal, want er moet zowel tijd als geld geïnvesteerd worden voor de begeleiding, opleiding, bedanking,… van vrijwilligers.
Hoe incalculeren? Enkele indicaties:
Het budget vertrekt vanzelfsprekend vanuit de visie. Zo kan je als bestuur de keuze maken waarin je wenst te investeren.
Een globaal gedragen vrijwilligersbeleid vergt dat je afstemming tussen de diensten faciliteert, maar de mate van coördinatie en centralisatie bepaalt elk lokaal bestuur natuurlijk zelf.
Aandachtspunten
Het is belangrijk om in je acties binnen het vrijwilligersbeleid alle partijen actief betrokken te houden: de schepenen, het managementteam, de vrijwilligers en de diensten. Betrek binnen de diensten niet enkel de verantwoordelijken, maar ook de personeelsleden, want (meer) vrijwilligers inschakelen kan tot onrust en bekommernissen leiden. De verantwoordelijke kan de verschillende diensten bezoeken om te horen wat er leeft. Ook de vrijwilligers zelf mogen niet vergeten worden. Wat is hun perspectief? Hoe denken de vrijwilligers nu over het vrijwilligerswerk in het lokaal bestuur?
Vrijwilligers bij de plannen betrekken kan onder meer als volgt:
Betrokkenheid betekent in het algemeen: transparant communiceren over acties, wat je met voorstellen doet, welke beslissingen er zijn genomen en waarom. Het vraagt een extra investering, maar het resultaat zal zeker lonen: meer gedragenheid, motivatie om eraan mee te werken, duurzaamheid.
Als je wil werken aan een intern vrijwilligersbeleid is het aan te raden om een beleidsplan uit te schrijven dat stoelt op een gedragen visie. Dat schept duidelijkheid en structuur naar alle betrokken actoren. Deze toolbox helpt je op weg om een beleidsplan op te stellen.
Het aantrekken, onthalen, ondersteunen en begeleiden van vrijwilligers gebeurt normaal gezien op het niveau van de dienst door de persoon die aangeduid is als vrijwilligerscoach. Je maakt daarbij best algemene afspraken die van toepassing zijn voor alle diensten, bijv. op vlak van werving, kostenvergoedingen, waardering,… Zo maak je in de praktijk werk van een sterk gecoördineerd beleid. Bovendien kun je tools zoals handige sjablonen aanbieden die de vrijwilligerscoaches ondersteunen in hun opdracht.
Als een dienst een nieuwe vrijwilligerswerking of -taak wil opstarten, is het goed dat ze dat eerst voorlegt aan de vrijwilligersverantwoordelijke van het lokaal bestuur. De dienst beantwoordt enkele vragen over deze nieuwe vrijwilligerstaak. Zo worden vrijwilligers doordacht ingezet in het lokale bestuur. Met dank aan de gemeente Wichelen ontdek je hier enkele inspirerende vragen die je de diensten kan voorleggen als ze een nieuwe vrijwilligerswerking willen opstarten.
Ga als vrijwilligersverantwoordelijke na of het vrijwilligerswerk op een kwalitatieve manier kan georganiseerd worden en of deze past in de visie van het lokale bestuur op vrijwilligerswerk. Indien je op basis van de antwoorden van de dienst twijfels hebt bij een nieuwe vrijwilligerstaak, ga erover in gesprek met de dienst en bekijk hoe de taak of de omkadering eventueel kan aangepast worden zodat ze wel voldoet aan jullie voorwaarden. Of kom tot de conclusie dat het eenvoudig niet thuishoort in het vrijwilligerswerk.
Als lokaal bestuur kun je beroep doen op heel wat kanalen om jullie vrijwilligerswerking bekend te maken: via het gemeenteblad, website, personeel, bestaande vrijwilligers, loketten, partnerorganisaties, lokale pers, lichtbord,… Dankzij een gecoördineerd beleid kun je al deze instrumenten veel effectiever en efficiënter inzetten. Denk bijvoorbeeld aan een vast topic over vrijwilligerswerk in jullie gemeenteblad waarbij je telkens enkele vacatures en verhalen van vrijwilligers van enkele diensten in de kijker zet.
Plaats vrijwilligersvacatures op je website. Dankzij onze vacaturewidget tools.vrijwilligerswerk.be kan dat zelfs heel eenvoudig. De vacatures die jullie verspreiden op www.vrijwilligerswerk.be, komen dan automatisch ook terecht op jullie eigen website. Maak gebruik van sjablonen zodat de vacatures uniform zijn in het lokaal bestuur.
In de meeste gevallen zal de vrijwilligerscoach van de dienst waar de vrijwilliger aan de slag wil, de kandidaat-vrijwilliger ontvangen en het eerste kennismakingsgesprek voeren. Hebben de coach en de vrijwilliger er allebei een goed gevoel bij en kan de vrijwilliger starten, dan kunnen ze samen de afsprakennota overlopen.
Vrijwilligers die echter nog niet weten wat ze willen doen in het lokale bestuur, kunnen terecht bij de vrijwilligersverantwoordelijke. Deze kan de verschillende mogelijkheden in het lokale bestuur overlopen met de vrijwilliger en samen met de vrijwilliger op zoek gaan naar een geschikte match vanuit de talenten en interesses van de vrijwilliger. Dit standaard intakeformulier kan daarbij helpen.
De vele opportuniteiten die jullie te bieden hebben, zijn een belangrijke troef voor jullie als lokaal bestuur. Komt een kandidaat niet in aanmerking voor een taak of de interesse blijkt toch niet zo groot, heb je nog heel wat alternatieven om voor te stellen. Een vrijwilliger hoeft ook niet altijd op dezelfde plek blijven vrijwilligen. Deze kan gerust op termijn doorschuiven naar een andere plek of dienst.
Met een aantrekkelijke brochure kun je als verantwoordelijke de werking voorstellen. Welke taken kunnen vrijwilligers opnemen? Waar komen ze terecht? Wat bieden jullie jullie vrijwilligers? In Mol maken ze gebruik van hun vrijwilligersgids om kandidaat-vrijwilligers te informeren over enerzijds de vrijwilligerswetgeving en anderzijds het aanbod aan vrijwilligerswerk binnen het lokaal bestuur.
Als lokaal bestuur stel je best een vrijwilligersverantwoordelijke en vrijwilligerscoaches per dienst aan. De vrijwilligersverantwoordelijke is verantwoordelijk voor de uitbouw van het gecoördineerd vrijwilligersbeleid over diensten heen. De coaches staan in voor de begeleiding van de vrijwilligers op de werkvloer binnen hun dienst en hebben hier ook tijd en ruimte voor. De verantwoordelijke en coaches hebben zowel oog voor de belangen van het lokaal bestuur, als voor de verwachtingen van de vrijwilligers, al dan niet in relatie met de andere medewerkers. Mocht er een botsing zijn tussen vrijwilliger en coach, kan de verantwoordelijke optreden als bemiddelaar.
Het is een goed idee om in het lokale bestuur per functie taakprofielen op te stellen. Daarmee is voor de vrijwilliger en de coach duidelijk wat de taak precies inhoudt, hoe ze best gebeurt en wat de competenties dienen te zijn van de personen die deze taak zullen uitvoeren. Hier ontdek je een handig sjabloon van gemeente Mol.
Zorg er ook voor dat iedere vrijwilliger voldoende vormingen kan volgen, zowel taakspecifiek als algemeen, die hen versterken in hun opdracht. Bied ook de kans aan vrijwilligers om zelf vormingen aan te vragen. Voorzie hiervoor ieder jaar voldoende budget. Maak duidelijke afspraken wie hiervoor in staat: centraal of op dienstniveau.
Geef handvatten aan je vrijwilligerscoaches om feedbackgesprekken te voeren met hun vrijwilligers. Hebben ze hiervoor reeds de nodige competenties in huis of kun je hen daarin versterken via vorming? Belangrijk is dat iedere coach voldoende tijd vrijmaakt om opvolgings- of ontwikkelingsgesprekken te voeren met de vrijwilliger. De frequentie hangt natuurlijk af van de duur van het engagement.
Laat vrijwilligers regelmatig het vrijwilligerswerk evalueren. Daar haal je als dienst heel wat informatie uit. Maak gebruik van deze model bevraging en laat je inspireren door het evaluatieformulier van de gemeente Mol.
Het is belangrijk dat zowel de dienst als het hele lokale bestuur regelmatig hun waardering laten blijken voor hun vrijwilligers. Een groot feest voor alle vrijwilligers van het lokale bestuur is een krachtig signaal van appreciatie maar een etentje met de vrijwilligers van de eigen dienst is wellicht nog gezelliger.
Wat kun je zoal doen?
Tip: ideetjes om te bedanken nodig, bekijk eens onze online toolbox bedanken om je communicatie te inspireren.
Het is vaak een moeilijke opdracht om afstemming te krijgen op het vlak van kostenvergoedingen. We geven hier enkele leidraden die hierbij kunnen helpen:
Ontdek de actuele informatie over kostenvergoedingen in het vrijwilligerswerk op www.vlaanderenvrijwilligt.be.
Deze routeplanners horen bij de publicatie ‘Vrijwilligerswerk op de rails. Werken met vrijwilligers in 9 stappen voor lokale besturen’. Routeplanners zijn hulpmiddelen die bij het handboek horen en je hier gratis als PDF kan downloaden. Je kan het handboek hier inkijken en aankopen.
Met een extern vrijwilligersbeleid (ook wel vrijwilligerswerkbeleid genoemd) ga je als lokale bestuur het vrijwilligerswerk op het grondgebied van de gemeente ondersteunen en promoten. Daarbij sta je de vrijwilligersorganisaties en vrijwilligers van de gemeente bij en breng je hen dichter bij elkaar.
Voordelen van een extern vrijwilligersbeleid:
Het lokale bestuur bouwt aan een extern vrijwilligersbeleid vanuit een visie op de meerwaarde van het lokale vrijwilligerswerk in de gemeente.
Denk er over naar hoe jullie je lokale bestuur in de kijker willen plaatsen bij vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. Welk imago beogen jullie? Welke reputatie willen jullie opbouwen? Het is belangrijk er bij stil te staan of een extern vrijwilligersbeleid door de organisaties niet wordt gepercipieerd als een inbreuk op hun autonomie en het bepalen van hun eigen vrijwilligersbeleid. Vanzelfsprekend kan je een sensibiliserende rol opnemen. Wat ook soms gevoelig ligt is als de gemeente activiteiten begint op te nemen die vandaag of tot nog toe vooral werden opgenomen door organisaties.
Daarnaast dienen jullie zich ook de vraag stellen hoe je als gemeente vrijwilligers aantrekt, zonder dat de organisaties dat als concurrentie beschouwen. Als gemeente heb je immers mogelijkheden om organisaties te versterken in de zoektocht naar vrijwilligers.
De strategische opties van het Gecoördineerd Vlaams Vrijwilligersbeleid kunnen jullie meenemen binnen jullie externe vrijwilligersbeleid:
Om een vrijwilligerswerkbeleid te doen slagen moet je op voorhand aan heel wat zaken denken. Breng deze zes elementen zeker in rekening.
De vraag om werk te maken van een vrijwilligerswerkbeleid vertrekt heel vaak vanuit concrete vragen uit het lokale middenveld naar informatie, aantrekking van vrijwilligers, opportuniteiten om vorming te volgen, middelen om de werking te ondersteunen, inzetten op doelgroepen,… De vraag kan geïnitialiseerd worden uit een adviesraad of vanuit een organisatie die (ook) op lokaal vlak actief is.
We zien dat het opzetten van een extern vrijwilligersbeleid of vrijwilligerswerkbeleid ook geregeld een uitdrukkelijke politieke optie is, op initiatief van een schepen, de burgemeester, het schepencollege of vanuit de gemeenteraad.
Net zoals dat het geval is voor een intern vrijwilligersbeleid, is het creëren van een politiek draagvlak voor de ontwikkeling van een extern vrijwilligersbeleid essentieel. Een lokale overheid die maatregelen treft om het lokale verenigings- en vrijwilligersleven te stimuleren, doet dat vanzelfsprekend met goede intenties, maar zal ervoor moeten zorgen dat de lokale organisaties, verenigingen en initiatieven het niet als een bedreiging of inmenging in hun werk beschouwen.
Hoe tewerk gaan om een politiek draagvlak te creëren?
De ontwikkeling van een extern vrijwilligersbeleid impliceert dat er beleidsteksten, politieke akkoorden en budgetten worden opgesteld en dat het geheel past binnen de gemeentelijke reglementeringen. In het kader van ondersteuning van organisaties, verenigingen en initiatieven dienen mogelijk aanvullende regels uitgewerkt te worden. Ook is het belangrijk om regulitis en subsidiereglementering vanuit de lokale overheid in te perken.
De lokale overheid kan eveneens een rol vervullen in het verstrekken van accurate en actuele informatie over de vrijwilligerswetgeving en organisaties sensibiliseren over het belang van de correcte toepassing van de vrijwilligerswet. Voor meer info lees pagina over vrijwilligerswet.
Lokale besturen die inwoners stimuleren om vrijwilligerswerk te doen zijn best goed op de hoogte van de basisprincipes van de Vrijwilligerswet. Zo kan vrijwilligerswerk enkel in georganiseerd verband plaats vinden. Individuen die andere individuen helpen, vallen buiten het vrijwilligerswerk. Ook is het niet mogelijk binnen de Vrijwilligerswet inwoners te verplichten om te vrijwilligen.
Wil je als lokaal bestuur vormgeven aan een vrijwilligerswerkbeleid, dan denk je best na over de in te zetten middelen. We geven hier wat indicaties mee op de personele en financiële inzet in te kunnen schatten.
Er zijn ondertussen verschillende lokale besturen die de ondersteuning vorm geven via een steunpunt, een draaischijf, een vrijwilligerscentrale,… die bemand wordt door één of meerdere ambtenaren die hiervoor vrijgesteld zijn of specifiek voor deze functie werden aangeworven. Zelfs zonder apart steunpunt, is het verstandig ook in het geval van extern vrijwilligersbeleid een coördinerende medewerker aan te duiden. Deze heeft een helikopterzicht (of kan die verwerven) op alle inspanningen die binnen het lokaal bestuur geleverd worden om de ondersteuning vorm te geven. De medewerker fungeert als centrale contactpersoon en weet informatie en gegevens te verzamelen die beleidsmatig relevant zijn.
Waar op letten?
Voor de ontwikkeling van een extern vrijwilligersbeleid dienen voldoende middelen ter beschikking worden gesteld. De hoogte van het budget hangt vanzelfsprekend af van de soort, de frequentie van te nemen acties.
Hoe incalculeren? Enkele indicaties:
Het budget vertrekt vanzelfsprekend vanuit de visie. Zo kan je als bestuur de keuze maken waarin je wenst te investeren.
Elke actie of initiatief dat een bestuur neemt, kan onderwerp zijn van commentaar en kritiek, vragen en interpretaties in de gemeenteraad, … Het is daarom van belang om ervoor te zorgen dat het extern vrijwilligersbeleid breed is afgetoetst, maar zeker ook dat gepoogd wordt om alle sectoren waarbinnen vrijwilligers actief zijn te betrekken: sport, cultuur, jeugd, milieu, zorg, ouderen,…
Het is ook van belang om na te gaan of de maatregelen evenwichtig zijn en niet bepaalde vrijwilligersgroepen bevoordelen (zo weinig mogelijk verschil tussen soorten vrijwilligers, soorten vrijwilligersorganisaties: feitelijke verenigingen-lokale afdelingen van een koepel- vzw’s).
Extern vrijwilligersbeleid is meer zichtbaar dan intern vrijwilligersbeleid, waardoor het belang om de betrokken partijen degelijk te betrekken, toeneemt. Kunnen de vrijwilligersorganisaties en de adviesraden hun zeg doen over de acties die het lokaal bestuur neemt op gebied van ondersteuning? Bevragen jullie de organisaties naar hun noden en behoeftes?
Wordt er gewaakt over een mooi evenwicht tussen sectoren, moeten bepaalde (sub)sectoren sterker aangehaald worden? Kortom: wordt het vrijwilligerswerk binnen de gemeente beter van het extern vrijwilligersbeleid? En alle vrijwilligers?
Als je wil werken aan een extern vrijwilligersbeleid dat structureel verankerd wordt en een duurzaam karakter zal hebben, is het belangrijk voldoende tijd te investeren in het beleidsplan, opdat het zo volledig mogelijk is, structuur geeft, en concreet is zodat het ook geregeld geëvalueerd kan worden.
Laat je inspireren door het beleidsplan van Mol.
Lokale besturen zien steeds meer het belang in van het vrijwilligerswerk dat in hun buurten gebeurt. Vrijwilligerswerk zorgt voor een warme en solidaire samenleving, en speelt zich bij uitstek lokaal af. De meeste mensen vrijwilligen in hun eigen buurt of stad. Om op die tendens in te spelen, zetten lokale besturen tal van initiatieven op om het lokale vrijwilligerswerk te ondersteunen.
Legio manieren om iets te doen voor de organisaties en vrijwilligers op je grondgebied. Zowel kleine als grote dingen zijn mogelijk: van bijvoorbeeld het installeren van vrijwilligersvacatures op je website tot het organiseren van een loket dat kandidaat-vrijwilligers matcht met vrijwilligersorganisaties.
Welke initiatieven kun je nog op poten zetten? Als Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk inspireren we je graag. Daarom deze digitale toolbox ‘Het lokale vrijwilligerswerk versterken’. Met deze toolbox zetten we je op weg en delen we inspirerende voorbeelden.
De zoektocht naar vrijwilligers verloopt vaak niet eenvoudig voor vrijwilligersorganisaties. Heel wat organisaties vissen in dezelfde vijver. Er is nochtans een groot potentieel, dat de weg niet vindt naar het vrijwilligerswerk.
Je hebt als gemeente een aantal mogelijkheden om een antwoord te bieden op deze uitdaging:
Wil je gemeente zelf de matching organiseren? Dan kun je aan de slag met de Toolbox Vrijwilligers matchen.
Geen eigen vrijwilligers
Nederlandse gemeenten hebben vrijwel nooit eigen vrijwilligers in dienst. Alle vrijwilligers zijn aan de slag in een vrijwilligersorganisatie of in een eigen vrijwilligersinitiatief of vereniging.
Uitgangspunten
De uitgangspunten waarop de gemeenten zich volgens Movisie en NOV zouden moeten richten in hun vrijwilligerswerkbeleid zijn:
Dat wil niet zeggen dat de gemeenten dat zelf moeten doen, maar dat ze er voor moeten zorgen dat er op deze 4 thema’s beleid is.
Bezuinigingen en instrumentalisering
Je ziet dat er vanaf 2001 in de gemeenten een integraal vrijwilligersbeleid is opgezet. Het thema vrijwillige inzet heeft echter serieus geleden onder de vele bezuinigingen. In sommige gemeenten, zoals in Utrecht, is er nog een overkoepelend integraal beleid en is er een afstemming met het informeel zorgbeleid. In de meeste gemeenten zien we dat het is ingevuld als een onderdeel van iets anders zoals informele zorg-, participatie-, activerings- of buurtbeleid.
De kijk van verschillende gemeenten op vrijwillige inzet is verengd. Het is bijna een functie geworden van het herinrichten van de zorg (instrumentalisering van vrijwilligerswerk).
We zien dat de ene gemeente zich meer bezig houdt met vrijwilligerswerk dan de andere. In een beperkt aantal gemeenten is er eigenlijk geen zichtbare aandacht meer voor het thema vrijwilligersbeleid.
Subsidiëring
Gemeenten regelen vaak de subsidiëring van vrijwilligersorganisaties en de vrijwilligerscentrale. Voor heel veel gemeenten geldt echter dat ze niet rechtstreeks met de uitvoering van de ondersteuning van het vrijwilligerswerk bezig zijn, op één heel belangrijke uitzondering na. De waardering van het vrijwilligerswerk wordt in het algemeen door de gemeente gedaan. Bijvoorbeeld een vrijwilligersprijs of een vrijwilligerslintje. Dat gebeurt bijna in elke gemeente.
Het subsidiebeleid wordt gebruikt als een sturingsinstrument. Er is veel minder geld beschikbaar gekomen, dus wat je als subsidie in wil zetten ten behoeve van het stimuleren en ondersteunen van vrijwilligerswerk, moet gerelateerd zijn aan de maatschappelijke doelen die de gemeente wil realiseren op gebied van samenleving en sociale cohesie.
In Maastricht zagen we dat het ruimte biedt voor vernieuwing. Zo kunnen ze nieuwe initiatieven, buurthuizen in zelfbeheer en coöperaties makkelijker stimuleren omdat zij veel gerichter bezig zijn om op een nieuwe manier vrijwilligers te vinden.
Gemeenten zijn op zoek naar een effectmeting als uitgangspunt voor hun beleid en subsidieverlening. Hoe draagt vrijwillige inzet bij aan het behalen van de maatschappelijke doelen die ze samen hebben afgesproken?
Rolverwarring
Een andere belangrijke ontwikkeling sinds een negental jaar die er in Nederland plaatsvond, is de sociale wijkdienst. Dat zijn in het algemeen beroepskrachten die in buurten en wijken verschillende functies gaan vervullen. Wat we daar zien is dat vrijwilligersorganisaties die in de wijken actief zijn bij de oprichting niet mee aan tafel zaten. Dat is een gemiste kans.
Het gevaar is dat er een enorme rolverwarring kan ontstaan over wie nu wat doet. Waar moet je als burger nu terecht? De overheid is daarmee dichter bij de vrijwilligersorganisaties komen te staan. Het is een zoektocht hoe dit beter kan afgestemd worden op elkaar.
Vrijwilligerscentrale
In het algemeen zijn vrijwilligerscentrales de belangrijkste uitvoerders van het gemeentelijk vrijwilligerswerkbeleid, vaak als onderdeel van een brede welzijnsorganisatie. Dat betekent dat ze binnen de organisatie ook vaak aan het vechten zijn voor hun positie. Dat is een belangrijk gegeven. Want ook daarmee kan het betekenen dat er in de praktijk weinig gebeurt van overheidswege.
Gemeente Utrecht
Hoe pakken ze dat aan in Utrecht? Elhousine Alaouie, ambtenaar van de gemeente Utrecht, geeft ons een inkijk in het beleid van de gemeente Utrecht.
“Vrijwilligerswerk staat altijd hoog op de politieke agenda van de gemeente Utrecht. Het doel is om: ‘te ondersteunen in de versterking van de maatschappelijke betrokkenheid van inwoners. En het werken aan persoonlijke ontplooiing en een zinvolle tijdsbesteding. Ieder moet op zijn eigen en volwaardig niveau meedoen aan de samenleving.’”
Meting
“We maken gebruik van meetinstrumenten. Zo is er een afdeling ‘onderzoek’ die jaarlijks bij een aantal vrijwilligers bevraagt hoe alles verloopt. We willen echter niet dat de instrumenten worden gebruikt om met organisaties af te rekenen. De verhouding tussen organisaties en de gemeente moet een partnerschap zijn. De bevragingen zijn bedoeld als een leerinstrument.”
Faciliteren, ondersteunen en waarderen
“Wij proberen de randvoorwaarden voor vrijwillige inzet te verbeteren. Wij hebben op vlak van waardering onder andere een gemeentelijke vrijwilligersprijs. We stimuleren verbindingen en kennisdeling tussen de vrijwilligersorganisaties onderling, tussen formele en informele inzet en tussen vrijwilligersorganisaties en bedrijven.
Er zijn veel vragen over de verantwoordelijkheid/aansprakelijkheid van vrijwilligers. We hebben gemerkt dat er heel veel taken van beroepskrachten naar vrijwilligers gaan. Wie is er verantwoordelijk voor een aantal dingen? Hoe zit het met brandveiligheid en aansprakelijkheid?”
Budget
Wat kunnen we hieruit leren voor Vlaanderen?
Een aantal belangrijke verschillen vallen op tussen Vlaanderen en Nederland:
Cookie | Duur | Beschrijving |
---|---|---|
cookielawinfo-checkbox-advertisement | 1 year | Set by the GDPR Cookie Consent plugin, this cookie is used to record the user consent for the cookies in the "Advertisement" category . |
cookielawinfo-checkbox-analytics | 11 months | This cookie is set by GDPR Cookie Consent plugin. The cookie is used to store the user consent for the cookies in the category "Analytics". |
cookielawinfo-checkbox-functional | 11 months | The cookie is set by GDPR cookie consent to record the user consent for the cookies in the category "Functional". |
cookielawinfo-checkbox-necessary | 11 months | This cookie is set by GDPR Cookie Consent plugin. The cookies is used to store the user consent for the cookies in the category "Necessary". |
cookielawinfo-checkbox-others | 11 months | This cookie is set by GDPR Cookie Consent plugin. The cookie is used to store the user consent for the cookies in the category "Other. |
cookielawinfo-checkbox-performance | 11 months | This cookie is set by GDPR Cookie Consent plugin. The cookie is used to store the user consent for the cookies in the category "Performance". |
CookieLawInfoConsent | 1 year | Records the default button state of the corresponding category & the status of CCPA. It works only in coordination with the primary cookie. |
elementor | never | This cookie is used by the website's WordPress theme. It allows the website owner to implement or change the website's content in real-time. |
viewed_cookie_policy | 11 months | The cookie is set by the GDPR Cookie Consent plugin and is used to store whether or not user has consented to the use of cookies. It does not store any personal data. |
_GRECAPTCHA | 5 months 27 days | This cookie is set by the Google recaptcha service to identify bots to protect the website against malicious spam attacks. |
Cookie | Duur | Beschrijving |
---|---|---|
CONSENT | 2 years | YouTube sets this cookie via embedded youtube-videos and registers anonymous statistical data. |
iutk | 5 months 27 days | This cookie is used by Issuu analytic system. The cookies is used to gather information regarding visitor activity on Issuu products. |
vuid | 2 years | Vimeo installs this cookie to collect tracking information by setting a unique ID to embed videos to the website. |
_ga | 2 years | The _ga cookie, installed by Google Analytics, calculates visitor, session and campaign data and also keeps track of site usage for the site's analytics report. The cookie stores information anonymously and assigns a randomly generated number to recognize unique visitors. |
_gat_gtag_UA_49997771_1 | 1 minute | Set by Google to distinguish users. |
_gid | 1 day | Installed by Google Analytics, _gid cookie stores information on how visitors use a website, while also creating an analytics report of the website's performance. Some of the data that are collected include the number of visitors, their source, and the pages they visit anonymously. |
Cookie | Duur | Beschrijving |
---|---|---|
mc | 1 year 1 month | Quantserve sets the mc cookie to anonymously track user behaviour on the website. |
VISITOR_INFO1_LIVE | 5 months 27 days | A cookie set by YouTube to measure bandwidth that determines whether the user gets the new or old player interface. |
YSC | session | YSC cookie is set by Youtube and is used to track the views of embedded videos on Youtube pages. |
yt-remote-connected-devices | never | YouTube sets this cookie to store the video preferences of the user using embedded YouTube video. |
yt-remote-device-id | never | YouTube sets this cookie to store the video preferences of the user using embedded YouTube video. |
yt.innertube::nextId | never | This cookie, set by YouTube, registers a unique ID to store data on what videos from YouTube the user has seen. |
yt.innertube::requests | never | This cookie, set by YouTube, registers a unique ID to store data on what videos from YouTube the user has seen. |